De nieuwjaarsbrief van Victor Campenaerts ….

Beste Wielertoerist,

Ik schrijf Wielertoerist met hoofdletter omdat ik jullie allen zeer waardeer. Jullie maken mee de wielersport in Vlaanderen, en zetten onze regio ook internationaal op de kaart als ‘wielergek’. Het WK in Leuven kon geen beter voorbeeld van dat alles zijn.

2021 was een wonderjaar voor onze renners. En ik kan me voorstellen dat onder jongeren die onder de spreekwoordelijke kerktoren ‘koerske’ reden, een aantal minstens de fantasie hadden Wout Van Aert te zijn, om maar één topper te noemen. Zoals vroeger Eddy Merckx werd geïmiteerd op kinderfietsen.

Ik wil jullie aan de vooravond van 2022 eens confronteren met een grote wens, of noem het zelfs een pleidooi van mij als advocaat van de genietende wielertoerist.

Hier gaan we:

Ik weet, het is vandaag niet makkelijk om je smartphone los te laten. En het is als wielertoerist al even moeilijk om je fietscomputer niet te bekijken tijdens een fietstocht. Maar mag ik toch vragen om die smartphone tijdens die rit even los te laten. Steek hem veilig in je achterzak, en laat hem heel de rit met rust. En durf ook die fietscomputer eens van je koersstuur los te maken. Geniet, geniet, geniet. Maak er eens een ouderwetse cafétocht van, zonder data.

Ik weet alvast dat ik mijn fietscomputer van de racefiets haal zodra mijn profcarrière voorbij is. Het zal me dan niet meer uitmaken of ik 60 of 65 km heb gereden, en of dat nu met een gemiddelde van 30 km per uur, dan wel 29,5 km per uur was. Trouwens, waarom zou je zo verhangen zijn aan al die data, als fietsen niet echt je beroep is? Het kan alleen maar leiden tot obsessief gedrag. Ik zal meer zeggen, die data nemen zelfs bij profrenners het plezier weg.

Ikzelf ben in 2016 beter beginnen rijden door in wedstrijden minder met die wattages, omwentelingen en wat dan ook bezig te zijn. Ik zat in Parijs-Nice toen de Nederlandse hardrijder Jos Van Emden me erop wees dat ik die wattages en andere data thuis moest leren te laten. Door met al die gegevens bezig te zijn, was ik volgens hem niet bezig met de wedstrijd zelf. Ik miste in zijn opinie de koers, terwijl ik nochtans in die koers zat. Hij had gelijk. Door niet meer als een bezetene met die data bezig te zijn, leerde ik veel meer uit de koers zelf, nam ik veel meer de beslissende momenten op.

Nogmaals, ik weet dat we in een moeilijk tijdsgewricht leven. Mensen willen alles registreren. Ook ik, en toch verzet ik me er bewust tegen. Ik deel iets. Ik ga vaak om half negen ‘slapen’, en ik laat mijn gsm dan in de keuken. Ik lees in bed wel een boek of kijk een tv-serie. Dat is op dat moment het enige wat me bezighoudt, en ik zit niet met een half oog naar de berichtjes te kijken die binnenkomen op mijn gsm. Mijn hoofd is er al jaren veel rustiger door.

Eigenlijk zou de wielertoerist eens het voorbeeld moeten volgen van de renners die net uit de Tour de France komen. Dan nemen we eigenlijk een paar dagen rust, en toch ook niet. We gaan wat fietsen, maar hebben niet echt zin om er met ons hoofd bij te zijn. Ik steek dan mijn fietscomputer echt in mijn achterzakje. Ik draag nog wel een horloge dat data registreert, maar op dat uurwerk zit je niet de hele tijd te kijken. Het is veel ontspannender, en achteraf heb je via dat uurwerk nog wel alle data voor je computer en Strava.

Voor de duidelijkheid, ik heb er helemaal geen probleem mee dat je met je makkers en maten eens een sprintje trekt. Om het eerst boven op een brug. Zalig. Maar het loopt pas fout als je gaat vergelijken op Strava. Er zullen er altijd zijn die sneller fietsen, terwijl je niet eens weet hoe jong of hoe oud ze zijn, hoeveel ze trainen, enz. Met je makkers en maten kan je dat wel inschatten. Je zal bij die cijfervergelijkingen overigens ook altijd vaststellen dat je meer dan 100 watt minder trapt dan Wout van Aert. Maakt altijd ongelukkig, geeft geen goed gevoel.

En nu gooi ik mijn troefkaart. Eigen wielerverhalen schrijf je niet met dagboeken vol wattages of met Strava-cijfers. Die zitten in de beleving, wat je echt meemaakt als wielertoerist.

Ik vertel twee anekdotes. Ik ging als jonkie graag fietsen met mijn vader en mijn nonkel Bob. Beiden konden een aardig stukje fietsen, en deden me sterretjes zien. Ik hing, zoals ze dat zeggen, tussen mijn kader om ze te kunnen volgen. Tot de dag kwam dat ik hen zelf langs het Albertkanaal uit de wielen reed, en daarover eigenlijk een beetje verbaasd was. Maar het was voor mij wel het momentum waarop ik dacht dat ik iets meer kon op de fiets, en misschien wel een goede coureur zou kunnen worden. Meer zelfs, het voelde voor mij even heroïsch als Tom Boonen die dat jaar zijn eerste Ronde van Vlaanderen won.

Jaren later was ik met een vriend op de col du Lautaret en de Galibier. Niets liet blijken dat we een onvergetelijke rit zouden maken. Het regende wat, en we klommen in korte broek en met korte mouwen. Tot het begon te sneeuwen op vijf kilometer van de top. Het is niet eens relevant te zeggen dat ik mijn vriend loste in de beklimming en hem terug tegemoet reed om hem mee naar de top te loodsen. Wat er toe doet is wat volgt: lekke band in de afdaling. Beiden intussen onderkoeld tot en met en met de grootse moeite een nieuwe band gestoken. Toen we aankwamen in Valloire doken we snel binnen bij een warme bakker. We bedelden er om een bidon warm water, en aten nog iets. Toen we dan aan de col du Télégraphe begonnen, was ons liedje snel uit. We waren verstijfd van de kou. Binnen de kortste keren zaten we weer bij die bakker, tegen de verwarming. We hebben nog een warme douche in de lokale jeugdherberg kunnen versieren, maar uiteindelijk is een andere vriend ons moeten komen oppikken vanuit het toch wel verre Bourg d’Oisans. Wij konden niet meer fietsen. Ik geef je mee dat ik het verhaal nog herbeleef, en precies opnieuw voel, terwijl ik het vertel.

Dat is fietsen. Net zoals ik het ongelooflijk vind hoeveel wielertoeristen kunnen pronken met hun sjieke fiets, vaak nog beter dan die van een profrenner. Dat mag, dat moet.

Avontuur, verhalen beleven. Ik lees zulke epische daden over het oude wielrennen. Toen er nog niet te veel tv was. Coureurs worden daarbij afgeschilderd als helden, mannen die de onmogelijkste zaken realiseerden op hun stalen ros. En de journalist, hij werd niet gehinderd door televisiebeelden om dat aan te dikken. Zalig om te lezen.

Ik zou zeggen: wielertoerist, laat in 2022 soms eens die koele data achterwege. En schrijf je eigen verhaal of een onvergetelijke story met je vrienden. En laat de cijfers van Strava of de wattages dat vooral niet tegenspreken. Dik je verhaal aan, wees in je verhaallijn een beetje veel Merckx, Pogacar, Van Aert.

Geniet van jezelf en je fiets.

Victor

1 Comments

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

U kunt deze HTML tags en attributen gebruiken:: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>
*
*