Onze voorzitter vroeg me een poging te wagen tot vernieuwing en modernisering van mijn vroegere bijdragen in ons (ex) clubblad. Nu het clubblad verdwenen is kan er blijkbaar niet anders dan digitaal gelezen worden. Al vertelde de voorzitter me dat een paar leden die geen computer hebben zich geen zorgen moeten maken. Zij blijven een papieren versie ontvangen. Een van hen is onze clubkampioen van 2023 en trotse eigenaar van de beker voor de meeste aanwezigheden, Philibert Wauters. Niemand die het meer verdiend om de spits in ons digitaal clubblad af te bijten toch? Eddy en Pierre trokken er samen op uit, ten huize van Philibert.
Vraag: Had je verwacht kampioen te worden?
Ik zal jullie verklappen dat ik speciaal een jaar bij de moderatos ben komen fietsen, omdat ik dacht dat er in deze ploeg meer winstkansen waren. Een gemiddelde snelheid van 16 km per uur halen, bood mij wat marge bij eventuele pech of zware weersomstandigheden. Het liep trouwens bijna mis, want tijdens het eerst geplande en door de barre weersomstandigheden achteraf geannuleerde kampioenschap, had ik de indruk dat ik er ver naast zat.
Vraag: En dan is er ook nog die beker voor de meeste aanwezigheden…
Ik ben zeker van minstens 35 of 36 seizoenen laureaat aanwezigheden. Met 36 seizoenen aan gemiddeld 32 zondagen per seizoen, moet ik aan ongeveer 1.152 aanwezige zondagen komen. Ik zeg ongeveer, omdat ik de aanwezigheden niet echt heb bijgehouden en ook de club doet dit niet.
Indrukwekkend toch, en het ziet er niet naar uit dat zijn record snel gebroken zal worden. Tweede in de stand, Julien Spitaels met twee seizoenen minder, staat na zijn spijtig fietsongeval immers niet direct klaar om terug op zijn fiets te kruipen.
Vraag: Wat staat er nog op je palmares?
In ons brevet van 5.000 km, dat vorig jaar werd afgeschaft, stond ik meer dan dertig maal op het podium. Ik ben enkele jaren geleden, met een totaal aantal gereden kilometers dat ver boven de 300.000 km ligt ook benoemd tot “ridder van de weg” door de voormalige Belgische Bond voor Rijwieltoerisme (BBR).
Om aan die 300.000 kilometer te komen, heb ik er sinds 1984 heel wat fietsritten opzitten. In dat jaar reed ik heen en terug naar Lourdes en het jaar nadien deden we Rome aan. Ik reed ook Milaan-San Remo, de Amstel Gold Race, Luik-Bastenaken-Luk, Ronde van Vlaanderen en Ardens Brevet voor Randonneurs. Daarnaast ging ik met enkele vrienden naar Roemenië, Santiago de Compostella en fietste ik tweemaal Parijs-Brest-Parijs. Bij een derde poging moest ik halverwege stoppen met een medisch probleem.
Een verdere opsomming zou ons een beetje te ver leiden, maar we komen tot de constatatie dat Philibert in minstens 14verschillende landen heeft gefietst.
Vraag: Kan je ons iets meer over Parijs-Brest-Parijs vertellen?
Het brevet zelf bedraagt ongeveer 1.200 kilometer en om te mogen deelnemen moet je in datzelfde jaar bewijzen dat je geslaagd bent in het afleggen van Randonneurs-Mondiaux brevetten van 100, 200, 400 en 600 km. Ik nam dus driemaal deel en het is een heuse onderneming. De twee eerste succesvolle deelnames met de LWT vrienden Marcel Huygens en Gilbert Felis zijn vroeger reeds uitvoerig beschreven in ons voormalige clubbladen en iedereen weet ondertussen wel wat een enorme inspanningen en organisatie dat vergt. Zonder hulp van mensen in onze gehuurde motorhome, die onderweg voor eten en luttele slaap zorgen is het bijna onbegonnen werk.
Vraag: Hier hou je toch fijne herinneringen aan over?
Jazeker, wat ik nooit zal vergeten is de dag dat we door Parijs fietsten. We hadden een motorhome gehuurd en waren een dag of twee vroeger vertrokken naar de vertrekplaats om er zonder stress aan te beginnen. Marcel Huygens, Gilbert Félis en ikzelf waren ingeschreven voor het brevet en jij Pierre bestuurde de motorhome met Jean Leenen als begeleider. Omdat we toch een dag te vroeg waren besloten we alle vijf Parijs met de fiets te verkennen.
Je loodste ons wonderwel tot aan de voet van de Champs Elysées en ons peloton van vijf man heeft de klim naar de Arc de Triomphe van gans beneden aan de Place de la Concorde aangevat. Exact zoals de echte coureurs het telkens doen in de laatste rit van de Ronde van Frankrijk.
Het stond vol politiewagens langs de klim en tientallen agenten waren er druk in de weer. Het verkeer was volledig stilgelegd maar wij zijn die boulevard opgereden zonder gehinderd te worden. Aan de Arc de Triomphe gekomen vroegen we aan een van die Parijse flikken wat er gaande was en die antwoordde droogweg: “alerte a la bombe, on passe pas!”. Voor ons kon de dag niet meer stuk want op de Champs Elysées fietsen zonder de minste hinder of verkeer, il faut le faire!
Vraag: Tijdens een ten huize van is het gebruikelijk dat we iets meer over jou te weten komen, wat kan je ons nog vertellen?
Ik ben geboren in 1947 op de plek waar nu het Green Park hotel staat, in de Victor Nonnemanstraat.
-Volgens onze berekeningen moet Philibert geboren zijn waar zich nu de Lobby van het hotel bevindt.
Na mijn studies ging ik werken bij Beka in Lot en dank zij avondlessen specialiseerde ik me in het garneren van stoelen en zetels. Hiervan maakte ik later mijn beroep bij een garnisseur. Ik kan zeggen dat ik duizenden koperen nagels in stoelen en zetels heb geslagen. Toen het werk begon te verminderen bij die garnisseur, ben ik voor een eerste keer bij Colruyt aan de slag gegaan.
Ik was ondertussen getrouwd met Anita en ons huwelijk werd gezegend met de geboortes van een dochter, Veerle, en een zoon, Stefaan. Veerle werkt sinds dertig jaar in het postkantoor van Drogenbos en is er momenteel postmeester. Stefaan baat in Halle een zelfstandige garage uit. Verder zijn Anita en ik oma en opa van drie kleinkinderen.
Na m’n periode bij Colruyt dacht ik me te kunnen verbeteren en werd ik, samen met Anita, zelfstandige uitbater van een benzinestation. Dit station bevond zich op de Ninoofse steenweg in Dilbeek, juist naast de afrit van de Brusselse ring. Het is echter mislopen omdat we ooit werden overvallen door twee gangsters. De ene sprong over de toog en eiste met een mes op mijn keel de inhoud van de kassa, terwijl de andere een pistool tegen de slaap van Anita hield. Het heeft slechts luttele seconden geduurd en zijn op hun motor vertrokken met 100.000 toenmalige Belgische Franken (2.500€).
We hebben er een serieus trauma aan overgehouden en hebben de activiteiten aan de pomp stopgezet. Wel weet ik ondertussen wat het verschil is tussen een revolver en een pistool. In het kader van het onderzoek naar de overval heeft de politie me dit uitgelegd: een pistool heeft een magazijn met kogels in het handvat en bij een revolver zitten de kogels in een trommel die telkens al draaiend een nieuwe kogel in de loop brengt. Dat weetje bracht ons echter niet verder en de gangsters werden nooit gevonden laat staan opgepakt.
Ik ging daarna terug werken als portier bij Colruyt tot ik met pensioen ging.
Vraag: Nog plannen en wensen?
Tja, wat moet ik hierop antwoorden, ik zal dan maar zeggen zo lang mogelijk fietsen en nog heel veel aanwezigheden in de club. Je moet weten dat de jaren stilletjes beginnen door te wegen en ik geen lange afstanden meer aankan. Mijn dokter vertelde me dat ik lijd aan de ziekte van Strumpfel en die ziekte leidt tot spasticiteit in de benen. Ik verzorg me door vele bezoeken aan de kinesist en probeer het zo lang mogelijk vol te houden. Jammeren heeft geen zin. Ook betreur ik de vele vrienden van de vroegere randonneursploeg, waarmee we tienduizenden kilometers fietsten en bijna allemaal uit de club verdwenen zijn omdat ze te oud werden of erger nog, gestorven zijn.
Philibert, bedankt voor de aangename en gezellige babbel. We willen toch op een positieve noot eindigen en je het allerbeste voor de toekomst wensen, dat we nog lang mogen mogen, in ons geval betekent dat fietsen.
Eddy en Pierre, december 2023